Beste mensen,

het is zondag, 07. November 2021, 10 uur en 22 minuut. Ik zit hier met mijn eerste kop koffie en mijn tweede cigaret. Buiten zie ik mensen langs lopen en hoor geluiden uit het plantsoen. Dikke witte en grijze wolken zweven in een lichtblauwe hemel.
Hier zit ik dus op mijn stoel achter mijn computer te wachten op mijn vriendin – ze gaat me vandaag ophalen voor de verjaardag van mijn peetzoon. Morgen vieren we zijn derde jaar op deze aarde.
Al zittend en wachtend vraag ik me af… hoe kan ik de gedachten in mijn hoofd neerschrijven? Het is een vreemde wereld. Had iemand van ons verwacht dat het ooit zo raar zou kunnen worden? Wees eerlijk. Sta ff een minuut stil. Wat is je overkomen sinds Maart 2020?
Toen je voor de eerste keer geconfronteerd werd met het “Corona verhaal” – weet je nog wat je toen dacht? De eerste maatregels? De eerste lockdown? De eerste keer maskerplicht? En nu de zogenaamde vaccinaties?
Persoonlijk weet ik niet meer zo goed wat ik nog moet denken.

Als ik om me heen kijk zie ik nog maar twee kleuren buiten mijn roze bubbel: zwart en wit. Wit – dat is de kleur van de “goede” mensen. De mensen die sociaal zijn. De mensen die om andere denken. De mensen die zich voor de rest van de mensheid hebben laten prikken. Zodat ze geen gevaar zijn voor hun opa, oma, vader, moeder. Zodat we terug kunnen gaan naar “het normaal”.
En zwart is dus de kleur van de “slechte” mensen. De asocialen. Die niet om andere denken. Die zich niet hebben laten prikken. Die een gevaar zijn voor opa, oma, vader en moeder en voor jou en iedereen. Van wegen hun kunnen we nooit terug naar “het normaal”…
Waar hoor ik bij? Wat is mijn kleur?
Gister waren mijn beste vriendin en haar man op visite bij mij. Hun kleur: wit. Ik kan niet eens zeggen of het gezellig was of niet.

Want – elke dag vraag ik me af waarom ik nou anders ben dan de meerderheid van de mensen om me heen. Wat is nou mijn reden dat ik me niet kan laten prikken en zelfs niet eens kan laten testen? Waarom sluit ik me vrijwillig buiten het sociale leven? Elke dag raak ik meer mensen die me dierbaar zijn kwijt. En alleen maar omdat ik anders ben, anders denk.
Het spijt me. Het spijt me echt! Het spijt me dat ik me niet wil laten testen. Wat zegt zo een test nou eigenlijk? Ik wil hier niet al weer over praten. Lees het maar naar in al die boeken over microbiologie en genetik en algemene biologie. En wat levert het me op?
Bij een negatieve test voldoe ik aan “1 g”. Dan mag ik voor een tijde mijn QR code laten zien en bijvoorbeeld op een terrasje zitten of in een kroeg. Of naar een restaurant gaan en met mensen praten. Dan mag ik weer deelnemen aan het sociale leven. Dan ben ik niet meer gevaarlijk… maar! Dan ben ik ook een van die mensen die echt “geloven” dat ze niet besmettelijk zijn.

Als ik me laat testen dan ben ik mezelf niet meer. Hoe moet ik het uitleggen? Kijk, als ik me laat testen dan neem ik het verhaal over die tests serieus. Begrijpen jullie me? Dan doe ik zo als of het waar is wat over de tests gezegd wordt terwijl ik weet, dat een positieve test niet laat zien of je ziek bent. En een negatieve test laat niet zien dat je gezond bent.
Als ik me laat testen dan gaat dat tegen alles waar ik nou mijn hele leven tegen aan gevochten heb in. Ik wil niet dingen doen waar ik niet van overtuigd ben – alleen maar omdat de rest van de mensen het wél doet. Of alleen maar omdat iemand dat tegen me zegt. Ik wil dat me iemand een goede reden geeft. En om deel te hebben aan het sociale leven? Dat is geen reden genoeg voor mij.

En dan zit ik er gister zo met twee mensen. Ze luisteren naar me. Ik wordt weer emotioneel. Ik probeer uit te leggen wat ik denk. Ik probeer uit te leggen waarom ik doe wat ik doe. En dan gebeurdt het weer: ik begin me te schamen. Ik schaam me dat ik zo dwars ben. Ik schaam me dat ik niet zo ben als al die anderen mensen om me heen. Ik schaam me zo ontzettend dat ik zo koppig ben. En dat ik geen woorden kan vinden om uit te leggen wat ik denk en doe.
En dan valt “de stilte”. De stilte die je hebt tussen mensen die weten dat ze van mening verschillen maar van elkaar houden. Elk woord dat nu gezegd wordt kan teveel zijn. Iedereen weet dat elk woord nou het einde van je vriendschap kan betekenen.
Weten jullie wat het ergste is? Nog erger dan “de stilte”? Dat is het punt waarop je realiseert dat de mens die je al dertig jaar kent en met wie je al zo veel meegemaakt hebt – de mens die je alles kon vertellen… de mens die van je houdt wat je ook doet of denkt… die is er niet meer. Je bent haar kwijt geraakt. Omdat je anders bent.

Liefs,
de geitenwollensokkenmens